De geschiedenis van de kerk



Het was Koning Willem III die toestemming gaf tot de bouw van deze zogenaamde "Waterstaatskerk", ontworpen door ingenieurs van Waterstaat. Aanvankelijk werd nog het schoolgebouw (direct naast de plaats waar de kerk gebouwd zou worden) voor de diensten gebruikt, maar uiteindelijk kon in 1866 de IJsseldijkkerk in gebruik worden genomen. Het was de éérste kerk van Krimpen aan den IJssel. 
In 1890 komen de plannen op tafel om een orgel te laten bouwen in de kerk. Dit wordt een orgel gebouwd door orgelbouwer Jan Proper. Nog steeds is het de trots van de kerk, zeker nadat het in 2006 weer in de originele kleuren geschilderd is. 

De IJsseldijk is in haar bestaan meerdere keren gerenoveerd. Bij de laatste renovatie, waarbij de kerkzaal een o.a. een nieuwe, stevige vloer kreeg werd het nuttige van isolatie samengevoegd met het aangename en werden kleurrijke glas-in-lood ramen geplaatst.



Tot rond 1850 moesten de inwoners van de gemeente Krimpen aan den IJssel en Stormpolder, overwegend Nederlands Hervormd, zich voor de zondagse kerkgang naar de dorpskerk van Ouderkerk a/d IJssel begeven. Dit was in een tijd dat de fiets en de auto nog uitgevonden moesten worden en het gebruik van een rijtuigje slechts voor enkelen was weggelegd. Daarbij is bekend dat de begaanbaarheid van de wegen toentertijd erbarmelijk slecht was, zeker in herfst en winter. En niet te vergeten: de werktijden op de zes doordeweekse dagen waren lang.

In 1854 kwam er een verandering; een commissie werd opgericht "ter bevordering der stichting ener kerk en predikantswoning van de Hervormden in de gemeente Krimpen aan den IJssel en Stormpolder". Hiertoe werd een request (verzoekschrift) opgesteld dat men liet ondertekenen door de 1.450 bewoners van Krimpen en Stormpolder, waarvan ongeveer 1.400 hervormd waren.

Waarom wilde Krimpen aan den IJssel een zelfstandige kerkelijke gemeente worden met een eigen kerkgebouw? In het request aan koning Willem III werd als argument genoemd "dat de godsdienstzin, ja zelfs de burgerlijke zedigheid zoveel te wenschen over laat, dat anderen als met den vinger wijzen". Op 2 augustus 1861 werd Krimpen aan den IJssel bij Koninklijk Besluit uiteindelijk een zelfstandige kerkelijke gemeente. Op 28 december 1865 werd kerkelijk Krimpen financieel gezien gescheiden van kerkelijk Ouderkerk.



Het was Koning Willem III die toestemming gaf tot de bouw van deze zogenaamde "Waterstaatskerk", ontworpen door ingenieurs van Waterstaat. Aanvankelijk werd nog het schoolgebouw (direct naast de plaats waar de kerk gebouwd zou worden) voor de diensten gebruikt, maar uiteindelijk kon in 1866 de IJsseldijkkerk in gebruik worden genomen. Het was de éérste kerk van Krimpen aan den IJssel. De kerk en de pastorie waren landelijk gelegen aan de achter zijde grenzend aan weilanden met een weids uitzicht. Pas in de zestiger jaren kwam daar door woningbouw verandering in.

Het kerkgebouw had destijds 420 zitplaatsen, was inwendig gewit en had een gestukadoord plafond. De kerk werd op 18 maart 1866 officieel ingewijd door ds. Van Gruthuizen, predikant te Rotterdam. Op 5 augustus 1866 werd de heer J.W. van Hoogstraten bevestigd als eerste predikant van de hervormde gemeente Krimpen aan den IJssel.

Het kerkgebouw staat op de rijksmonumentenlijst.

Informatie over het orgel

terug