De Veertig-dagentijd

Voorafgaand aan Pasen is er de veertigdagentijd. In deze tijd willen we ons richten op de betekenis van het lijden en sterven van Jezus, ook voor ons eigen leven.

Tijdens de Veertig-dagentijd verzorgt de Raad van Kerken op  de woensdagen een gezamenlijk avondgebed, steeds in een andere kerk.

De Veertig-dagentijd begint op Aswoensdag, het begin van een tijd van vasten.
Tegenwoordig is er binnen de protestantse kerken een groeiende belangstelling voor het vasten.
Vasten kan gebruikt worden om de aandacht opnieuw te richten op de weg naar Gods Koninkrijk , om zich opnieuw bewust te worden van alles wat daarvan afleidt en van onze eigen onvolmaaktheid en de gebrokenheid van deze wereld.
Bij vasten wordt vaak gedacht aan niet of weinig eten, maar minder televisie kijken en een zo leeg mogelijke agenda bijvoorbeeld zijn ook vormen van vasten waardoor er ruimte en tijd vrijkomt voor geestelijke verdieping.

Over de avondmaalstafel hangt een kleed dat antependium heet. De kleur daarvan richt onze aandacht op de tijd van het kerkelijk jaar waarin we leven. In de lijdenstijd is het kleed paars: een kleur van boete en inkeer.
In de samenkomst op Stille Zaterdag wordt dit paarse antependium verwisseld voor één met een witte kleur; de kleur van het feest en van zuiverheid. Zo wordt al vooruit gewezen naar de eerste Paasdag: Jezus' opstanding.

In de week voorafgaand aan Pasen is er in de IJsseldijkkerk elke dag een avondgebed omdat het goed is om samen naar Pasen toe te leven met gebed, het lijdensverhaal en stilte om ruimte te maken voor God.
 
terug