Beschrijving van het orgel

Het orgel staat op een balkon aan de westzijde van het kerkinterieur. De klaviatuur bevindt zich in de rechterzijwand. Inwendig heeft het orgel de traditionele structuur van een hoofd- en bovenwerk. De windladen van het hoofd- en bovenwerk zijn in 1982 vernieuwd naar de maatvoering van de oude (inclusief de niet originele kantsleep van het bovenwerk). Constructief zijn de windladen iets anders uitgevoerd dan de oude.

De nieuwe windladen zijn voorzien van een hechthouten dekplaat aan de boven- en onderzijden.
De cancelindeling van de hoofdwerklade is van noord naar zuid:

A-F-Cs-Ds-G = f3 t/m H/B t/m e3 = Fs-D-C-E-Gs
in hele tonen

De cancelindeling van de lade van het bovenwerk is in hele tonen vanuit het midden naar weerskanten aflopend, de C-kant aan de zuidzijde. Het pedaal heeft eveneens een canceldeling in hele tonen vanuit het midden aflopend, de C-kant is aan de zuidzijde. Het pedaal bevindt zich tegen de achterwand van de kas.

De oorspronkelijke dispositie luidde:

 

Hoofdwerk

Bovenwerk (in zwelkast)

Bourdon 16'

Salicionaal 8'

Prestant 8'

Fluit dolce 8'

Holpijp 8'

Viola di Gamba 8'

Octaaf 4'

Vox Celeste 8' (of Aeoline)

Roerfluit 4'

Speelfluit 4'

Quint 3'

 

Octaaf 2'

 

Trompet 8' (waarschijnlijk gereserveerd)

 

   

Pedaal

 
Aangehangen                 

 

De huidige dispositie is:

Hoofdwerk

Bovenwerk (in zwelkast)

Prestant 8' P/S

Prestant 4' S

Roerfluit 8' P/S

Viola di Gamba 8' P

Octaaf 4' P

Holpijp 8' P

Fluit 4' S

Speelfluit 4' P

Quint 3' P

Gemshoorn 2' P/S

Octaaf 2' P

 Sesquialter II S

Terts 1 3/5' S

 

Mixtuur II-IV S

 

 Trompet 8' (Duitse makelij ca.1925)

 

   

Pedaal

 

Aangehangen                

Subbas 16' P&vL

Gedekt 8' P&vL

Fagot 16' P&vL

 

Manuaalkoppel

Pedaalkoppel naar Hoofdwerk
Pedaalkoppel naar Bovenwerk

In totaal: 1011 sprekende pijpen
(verdeeld over 18 registers)
485 pijpen van Proper (P)
445 pijpen van Slooff (S)
81 pijpen van Pels&van Leeuwen (P&vL)   

terug